Nieuwsbrief Juli 2020
Mijmeringen in coronatijd
Wie ooit nat was van de regen, vreest de dauw niet. (Japans spreekwoord)
Of zoals Frieda Joris het uitdrukt in het blad Leven (juli 2020, blz. 3), het gratis magazine van Kom op tegen Kanker:
“Wie al met kanker geconfronteerd is geweest, heeft een stapje voor in deze moeilijke coronatijden. Hij of zij heeft al ervaren hoe het voelt als de grond onder je voeten wegzakt en leerde noodgedwongen omgaan met angst. Kankerpatiënten en hun naasten hebben methodes ontwikkeld om om te gaan met donkere gedachten. Met vallen en opstaan want je mag dan nog zo’n bolleboos zijn, geen enkele overlevingsstrategie is waterdicht”.
Wie ooit nat was van de regen, vreest de dauw niet. (Japans spreekwoord)
Of zoals Frieda Joris het uitdrukt in het blad Leven (juli 2020, blz. 3), het gratis magazine van Kom op tegen Kanker:
“Wie al met kanker geconfronteerd is geweest, heeft een stapje voor in deze moeilijke coronatijden. Hij of zij heeft al ervaren hoe het voelt als de grond onder je voeten wegzakt en leerde noodgedwongen omgaan met angst. Kankerpatiënten en hun naasten hebben methodes ontwikkeld om om te gaan met donkere gedachten. Met vallen en opstaan want je mag dan nog zo’n bolleboos zijn, geen enkele overlevingsstrategie is waterdicht”.
Bericht van de Stichting tegen Kanker
Benoit Koerperich, nieuw Algemeen DirecteurProfessoren Eric Van Cutsem en Pierre Coulie, co-voorzitters van de Raad van Bestuur, zijn verheugd de komst van Benoit Koerperich aan te kondigen als nieuw Algemeen Directeur van Stichting tegen Kanker. Hij neemt vanaf vandaag de fakkel over van Dr. Didier Vander Steichel die deze functie sinds mei 2016 bekleedde.
Benoit Koerperich heeft een achtergrond als sales engineer en meer dan 25 jaar professionele ervaring in managementfuncties binnen grote bedrijven en als ondernemer.
Benoit Koerperich, nieuw Algemeen DirecteurProfessoren Eric Van Cutsem en Pierre Coulie, co-voorzitters van de Raad van Bestuur, zijn verheugd de komst van Benoit Koerperich aan te kondigen als nieuw Algemeen Directeur van Stichting tegen Kanker. Hij neemt vanaf vandaag de fakkel over van Dr. Didier Vander Steichel die deze functie sinds mei 2016 bekleedde.
Benoit Koerperich heeft een achtergrond als sales engineer en meer dan 25 jaar professionele ervaring in managementfuncties binnen grote bedrijven en als ondernemer.
Over mannen met borstkanker
T. I. Bootsma, P. Duijveman, A. Pijpe, et al., Unmet information needs of men with breast cancer and health professionals, 2020. https://doi.org/10.1002/pon.5356
T. I. Bootsma, P. Duijveman, A. Pijpe, et al., Unmet information needs of men with breast cancer and health professionals, 2020. https://doi.org/10.1002/pon.5356
Overlijden van Vera Lynn
Vera Lynn in 1962 Vera Lynn in 2009
Op 18 juni 2020 overleed de Britse zangeres en actrice Vera Lynn. Ze was 103 jaar oud. Vera Lynn werd geboren in Londen op 20 maart 1917 als dochter van een loodgieter met de familienaam Welch, en een kleermaakster. Als jong meisje trad ze op als zangeres met de naam Lynn, de familienaam van haar grootmoeder. Haar doorbraak kwam er tijdens de Tweede Wereldoorlog met liedjes als We’ll meet again, Land of Hope and Glory, en There’ll be bluebirds over the white cliffs of Dover. Haar songs bezorgde haar al vlug de bijnaam ‘the forces sweetheart’. Ze beurde de soldaten op met haar verschijning en haar muziek, maar ook het thuisfront wist haar liedjes te waarderen.In 1941 huwde Vera Lynn met de klarinettist-saxofonist Harry Lewis (1915-1998), en in 1946 werd hun enige dochter geboren. Vera Lynn is ook bekend als stichtster in 1953 van ‘The Stars Organisation for Spastics’ (SOS), een liefdadigheidsinstelling voor spastische kinderen. In 1976 richtte ze de ‘Vera Lynn Charity Breast Cancer Research Trust’ op, een stichting die het onderzoek naar borstkanker ondersteunt. Volgens sommige bronnen gebeurde dit nadat bij Vera Lynn zelf borstkanker werd vastgesteld, maar de meeste Britse bronnen vermelden de ziekte bij haar niet. Er is dus twijfel. Indien ze inderdaad onze lotgenote is dan betekent zulks dat ze de diagnose en behandeling ongeveer 45 jaar heeft overleefd. Vera Lynn was tevens nauw betrokken bij allerlei verenigingen van oud-strijders en herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog.
Hier kan je een uur liedjes beluisteren van Vera Lynn:https://www.youtube.com/watch?v=5qici5fPWJY&list=RD5qici5fPWJY&start_radio=1&t=524
Op 18 juni 2020 overleed de Britse zangeres en actrice Vera Lynn. Ze was 103 jaar oud. Vera Lynn werd geboren in Londen op 20 maart 1917 als dochter van een loodgieter met de familienaam Welch, en een kleermaakster. Als jong meisje trad ze op als zangeres met de naam Lynn, de familienaam van haar grootmoeder. Haar doorbraak kwam er tijdens de Tweede Wereldoorlog met liedjes als We’ll meet again, Land of Hope and Glory, en There’ll be bluebirds over the white cliffs of Dover. Haar songs bezorgde haar al vlug de bijnaam ‘the forces sweetheart’. Ze beurde de soldaten op met haar verschijning en haar muziek, maar ook het thuisfront wist haar liedjes te waarderen.In 1941 huwde Vera Lynn met de klarinettist-saxofonist Harry Lewis (1915-1998), en in 1946 werd hun enige dochter geboren. Vera Lynn is ook bekend als stichtster in 1953 van ‘The Stars Organisation for Spastics’ (SOS), een liefdadigheidsinstelling voor spastische kinderen. In 1976 richtte ze de ‘Vera Lynn Charity Breast Cancer Research Trust’ op, een stichting die het onderzoek naar borstkanker ondersteunt. Volgens sommige bronnen gebeurde dit nadat bij Vera Lynn zelf borstkanker werd vastgesteld, maar de meeste Britse bronnen vermelden de ziekte bij haar niet. Er is dus twijfel. Indien ze inderdaad onze lotgenote is dan betekent zulks dat ze de diagnose en behandeling ongeveer 45 jaar heeft overleefd. Vera Lynn was tevens nauw betrokken bij allerlei verenigingen van oud-strijders en herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog.
Hier kan je een uur liedjes beluisteren van Vera Lynn:https://www.youtube.com/watch?v=5qici5fPWJY&list=RD5qici5fPWJY&start_radio=1&t=524
Persbericht (19 mei 2020)
UZ Leuven onderzoekt ziekteverloop van COVID-19 bij kankerpatiënten
Onderzoekers van UZ Leuven startten onder leiding van prof. dr. An Coosemans, specialist in immunotherapie, een nieuwe klinische studie op. De studie wil achterhalen hoe het immuunsysteem reageert wanneer een patiënt met kanker het coronavirus krijgt. Blijven behandelingen dan even effectief? Wijzigt het ziekteverloop?
Prof. dr. Coosemans: "In deze speciale tijden ligt de focus natuurlijk op het onderzoeken van de interactie tussen kanker en het coronavirus, maar de studie kan ons ook nuttige informatie geven over hoe infecties met andere virussen de kankerbehandelingen kunnen beïnvloeden."
Ons immuunsysteem is cruciaal bij het bestrijden van infecties en komt sterk onder druk te staan bij mensen die besmet werden met het coronavirus COVID-19. Ook bij de ontwikkeling en het verloop van kanker speelt het immuunsysteem een belangrijke rol. Immunotherapie, waarbij het eigen immuunsysteem wordt ingezet om kankercellen aan te vallen, maakt de laatste jaren een opmars.
Interactie zeer waarschijnlijk
Prof. dr. Coosemans: “Het kan niet anders dan dat er een interactie is tussen een bestaande kanker en infectie met het coronavirus. Die wisselwerking willen we met deze studie in kaart brengen. We hopen nieuwe inzichten te verwerven om patiënten beter te kunnen informeren en gerust te stellen en op termijn immunotherapie tegen kanker te verbeteren. In deze speciale tijden ligt de focus natuurlijk op het onderzoeken van de interactie tussen kanker en het coronavirus, maar de studie kan ons ook nuttige informatie geven over hoe infecties met andere virussen, zoals het hepatitis- of griepvirus, de kankerbehandelingen kunnen beïnvloeden.”
Meer informatie
De studie werd recent gestart in UZ Leuven in samenwerking met prof. dr. Jan Gunst, prof. dr. Joost Wauters, prof. dr. Evelien Gielen en dr. Kevin Punie. Ook UZ Gent (prof. dr. Katrien Vandecasteele) en UZ Antwerpen (prof. dr. Peter van Dam, prof. dr. Marc Peeters en dr. Christine De Bruyn) zullen aan de studie meewerken.
UZ Leuven onderzoekt ziekteverloop van COVID-19 bij kankerpatiënten
Onderzoekers van UZ Leuven startten onder leiding van prof. dr. An Coosemans, specialist in immunotherapie, een nieuwe klinische studie op. De studie wil achterhalen hoe het immuunsysteem reageert wanneer een patiënt met kanker het coronavirus krijgt. Blijven behandelingen dan even effectief? Wijzigt het ziekteverloop?
Prof. dr. Coosemans: "In deze speciale tijden ligt de focus natuurlijk op het onderzoeken van de interactie tussen kanker en het coronavirus, maar de studie kan ons ook nuttige informatie geven over hoe infecties met andere virussen de kankerbehandelingen kunnen beïnvloeden."
Ons immuunsysteem is cruciaal bij het bestrijden van infecties en komt sterk onder druk te staan bij mensen die besmet werden met het coronavirus COVID-19. Ook bij de ontwikkeling en het verloop van kanker speelt het immuunsysteem een belangrijke rol. Immunotherapie, waarbij het eigen immuunsysteem wordt ingezet om kankercellen aan te vallen, maakt de laatste jaren een opmars.
Interactie zeer waarschijnlijk
Prof. dr. Coosemans: “Het kan niet anders dan dat er een interactie is tussen een bestaande kanker en infectie met het coronavirus. Die wisselwerking willen we met deze studie in kaart brengen. We hopen nieuwe inzichten te verwerven om patiënten beter te kunnen informeren en gerust te stellen en op termijn immunotherapie tegen kanker te verbeteren. In deze speciale tijden ligt de focus natuurlijk op het onderzoeken van de interactie tussen kanker en het coronavirus, maar de studie kan ons ook nuttige informatie geven over hoe infecties met andere virussen, zoals het hepatitis- of griepvirus, de kankerbehandelingen kunnen beïnvloeden.”
Meer informatie
De studie werd recent gestart in UZ Leuven in samenwerking met prof. dr. Jan Gunst, prof. dr. Joost Wauters, prof. dr. Evelien Gielen en dr. Kevin Punie. Ook UZ Gent (prof. dr. Katrien Vandecasteele) en UZ Antwerpen (prof. dr. Peter van Dam, prof. dr. Marc Peeters en dr. Christine De Bruyn) zullen aan de studie meewerken.
Italiaanse studie over de esthetische resultaten van de chirurgische ingreep
M. Serra, A. Quattrini Li, L. Cataliotti, et al., Aesthetic results following breast cancer surgery: A prospective study on 6515 cases from ten Italian Senonetwork breast centers, in: Journal of Surgical Oncology, 3 juni 2020. DOI: https://doi.org/10.1016/j.ejso.2020.04.036
M. Serra, A. Quattrini Li, L. Cataliotti, et al., Aesthetic results following breast cancer surgery: A prospective study on 6515 cases from ten Italian Senonetwork breast centers, in: Journal of Surgical Oncology, 3 juni 2020. DOI: https://doi.org/10.1016/j.ejso.2020.04.036
Persbericht van het Kenniscentrum (KCE) (24 juni 2020)
Gezondheidszorg: consultaties via beeldscherm verdienen verdere aanmoediging.
Op vraag van het RIZIV en CHU Namur ging het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) na welk effect videoconsultaties hebben op de gezondheid van de patiënten met een chronische lichamelijke aandoening. Ook werd nagegaan hoe videoconsultaties worden gebruikt in Nederland en Frankrijk. Het KCE stelde vast dat er vandaag geen wetenschappelijk bewijs is voor een verschil tussen videoconsultaties en ‘normale’ consultaties inzake effect op de gezondheid van de patiënten. Zorgverleners bleken wat huiverig om videoconsultaties te gebruiken. Ervaringen uit Nederland en Frankrijk leerden ook dat de invoering van videoconsultaties een lange weg is met veel hobbels. Tijdens de studie brak de coronacrisis uit, en werden de onderzoekers ingehaald door de realiteit. Consultaties op afstand via telefoon en beeldscherm werden plots overal toegelaten én terugbetaald, niet alleen in België, maar wereldwijd. Er wordt best van de huidige dynamiek gebruik gemaakt om dit soort ‘digitale’ zorg verder in te voeren, als een nuttige aanvulling op een face-to-face consultatie, niet om deze te vervangen. Daaraan zijn wel een aantal voorwaarden verbonden, waarvan de geïnformeerde toestemming van de patiënt een belangrijke is.
Coronacrisis gaf digitale zorg grote duw in de rug
De afgelopen decennia maakten vele digitale technologieën opgang, ook binnen de zorg. Ze kregen vele benamingen: telehealth, teleconsultatie, telemonitoring, tele-expertise, e-health, mobile health, enz., en ook heel veel verschillende definities. Dankzij deze digitale zorg moeten zorgverleners en patiënten zich niet meer fysiek in dezelfde ruimte bevinden. Minder mobiele patiënten moeten zich niet meer verplaatsen, en het gevaar van overvolle wachtkamers en lange wachttijden –en reistijden wordt vermeden.
Tot voor enkele maanden geleden werd er vooral door de zorgverleners met enige argwaan en afwachtend naar digitale zorg gekeken. En dan deed het corona virus zijn intrede….
Wereldwijd, ook in ons land, werden drastische maatregelen van ‘social distancing’ genomen om dit nieuwe virus in te dijken. Op gebied van digitale zorg werden er op enkele dagen tijd maatregelen genomen die voordien nog verre toekomstmuziek, en soms zelfs nog onbespreekbaar waren, zoals de toelating tot en terugbetaling van consultaties via telefoon of beeldscherm. De opgang van digitale zorg lijkt nu dus niet meer te stoppen, en deze lijkt veelbelovend om de gezondheidszorg toegankelijker te maken en mee te helpen verbeteren.
Toch doet zorg op afstand nog vele vragen rijzen over veiligheid en zorgkwaliteit, effectiviteit, het welzijn van de patiënt, privacy, vergoeding van de zorgverlener, aansprakelijkheid en verzekering. Daarom moet worden nagegaan hoe dit type zorg het beste in onze huidige zorgorganisatie kan worden opgenomen.
Videoconsultatie bij patiënten met chronische lichamelijke aandoeningen…
In deze studie richtte het KCE zich specifiek op videoconsultatie - ook wel beeldbellen of beeldschermzorg genoemd - tussen zorgverleners en patiënten met een chronische lichamelijke aandoening (bv. opvolgen van de patiënt bij hartfalen, beroerte, nierfalen, diabetes, chronische bronchitis (COPD), astma, reuma). Het KCE onderzocht de wetenschappelijke, internationale literatuur en ging na hoe videoconsultaties in Nederland en Frankrijk worden georganiseerd en terugbetaald. Daarnaast bevroeg het Belgische en buitenlandse stakeholders.
…verdient verdere aanmoediging
Er blijkt al heel veel onderzoek te zijn gebeurd, maar toch is nog niet overtuigend aangetoond dat videoconsultaties even goed of beter zijn dan gewone consultaties. Aan de andere kant is er ook geen bewijs dat videoconsultaties een negatief effect hebben op de gezondheid van patiënten. Patienten blijken ook in het algemeen tevreden zijn met videoconsultaties.
Op basis hiervan, en op basis van de buitenlandse voorbeelden, zijn er wel voldoende aanwijzingen dat videoconsultaties voor chronische patiënten verder aangemoedigd kunnen worden. Daarom beveelt het KCE aan om een beleid te ontwikkelen voor (de terugbetaling van) videoconsultaties, en voor digitale zorg in het algemeen, en om dit stapsgewijs en weloverwogen in te voeren. Dit is ook in lijn met recente aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het stimuleringsbeleid van Frankrijk en Nederland.
Geïnformeerde toestemming van de patiënt onontbeerlijk
De beroeps- en patiëntenverenigingen zullen samen moeten bepalen wanneer videoconsultaties nuttig kunnen zijn en wanneer niet, en welke voorwaarden er vervuld moeten zijn. Eén van die voorwaarden is alleszins dat videoconsultaties alleen maar gebruikt kunnen worden na de geïnformeerde toestemming van de patiënt.
De techniek en de apparatuur moeten goed functioneren, gemakkelijk te bedienen zijn en inpasbaar in de gebruikelijke zorg. Daarnaast moeten zorgverleners en patiënten voldoende vaardigheden hebben (of aangeleerd krijgen) om ermee om te gaan. Mogelijk zullen sommige patiënten daarbij ondersteuning nodig hebben. Ook de criteria van goede praktijk die vandaag van toepassing zijn op face-to-face consultaties moeten worden vervuld, net als specifieke, nog te bepalen criteria voor digitale zorg.
Lijst met betrouwbare, gebruiksvriendelijke toepassingen nodig
Er is een overvloed aan toepassingen voor videoconsultaties en voor zorgverleners en patiënten is het niet eenvoudig om door de bomen nog het bos te zien. Ook dienen er garanties te zijn dat ze veilig en volgens alle wettelijke vereisten gebruikt kunnen worden. Daarom zou een onafhankelijke overheidsorganisatie alle toepassingen op een transparante wijze moeten beoordelen en een lijst publiceren. Op zijn minst moeten ze voldoen aan de privacywetgeving, integratie met het Belgische eHealth systeem toelaten en inpasbaar zijn in het persoonlijk gezondheidsportaal. Zo wordt voorkomen dat een patiënt of zorgverlener meerdere toepassingen moet gebruiken.
‘Never waste a good crisis’
Het is niet de bedoeling dat videoconsultaties alle gewone consultaties vervangen. In de gezondheidszorg blijven persoonlijk contact, lichamelijk onderzoek en face-to-face communicatie immers de fundamenten. Wel kunnen ze een nuttige aanvulling zijn.
De woorden van Churchill ‘Never waste a good crisis’ zijn ook vandaag van toepassing op de coronacrisis. Het coronavirus zorgt voor veel ellende, maar deed ook vele nieuwe opportuniteiten ontstaan. Digitale zorg en videoconsultaties zullen in de toekomst wellicht hopelijk volledig deel uitmaken van onze gezondheidszorg. Internationaal werd digitale zorg al lang gepromoot, maar bleef de implementatie moeizaam. Nu hebben we de opportuniteit om hier verder vorm aan te geven.
Gezondheidszorg: consultaties via beeldscherm verdienen verdere aanmoediging.
Op vraag van het RIZIV en CHU Namur ging het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) na welk effect videoconsultaties hebben op de gezondheid van de patiënten met een chronische lichamelijke aandoening. Ook werd nagegaan hoe videoconsultaties worden gebruikt in Nederland en Frankrijk. Het KCE stelde vast dat er vandaag geen wetenschappelijk bewijs is voor een verschil tussen videoconsultaties en ‘normale’ consultaties inzake effect op de gezondheid van de patiënten. Zorgverleners bleken wat huiverig om videoconsultaties te gebruiken. Ervaringen uit Nederland en Frankrijk leerden ook dat de invoering van videoconsultaties een lange weg is met veel hobbels. Tijdens de studie brak de coronacrisis uit, en werden de onderzoekers ingehaald door de realiteit. Consultaties op afstand via telefoon en beeldscherm werden plots overal toegelaten én terugbetaald, niet alleen in België, maar wereldwijd. Er wordt best van de huidige dynamiek gebruik gemaakt om dit soort ‘digitale’ zorg verder in te voeren, als een nuttige aanvulling op een face-to-face consultatie, niet om deze te vervangen. Daaraan zijn wel een aantal voorwaarden verbonden, waarvan de geïnformeerde toestemming van de patiënt een belangrijke is.
Coronacrisis gaf digitale zorg grote duw in de rug
De afgelopen decennia maakten vele digitale technologieën opgang, ook binnen de zorg. Ze kregen vele benamingen: telehealth, teleconsultatie, telemonitoring, tele-expertise, e-health, mobile health, enz., en ook heel veel verschillende definities. Dankzij deze digitale zorg moeten zorgverleners en patiënten zich niet meer fysiek in dezelfde ruimte bevinden. Minder mobiele patiënten moeten zich niet meer verplaatsen, en het gevaar van overvolle wachtkamers en lange wachttijden –en reistijden wordt vermeden.
Tot voor enkele maanden geleden werd er vooral door de zorgverleners met enige argwaan en afwachtend naar digitale zorg gekeken. En dan deed het corona virus zijn intrede….
Wereldwijd, ook in ons land, werden drastische maatregelen van ‘social distancing’ genomen om dit nieuwe virus in te dijken. Op gebied van digitale zorg werden er op enkele dagen tijd maatregelen genomen die voordien nog verre toekomstmuziek, en soms zelfs nog onbespreekbaar waren, zoals de toelating tot en terugbetaling van consultaties via telefoon of beeldscherm. De opgang van digitale zorg lijkt nu dus niet meer te stoppen, en deze lijkt veelbelovend om de gezondheidszorg toegankelijker te maken en mee te helpen verbeteren.
Toch doet zorg op afstand nog vele vragen rijzen over veiligheid en zorgkwaliteit, effectiviteit, het welzijn van de patiënt, privacy, vergoeding van de zorgverlener, aansprakelijkheid en verzekering. Daarom moet worden nagegaan hoe dit type zorg het beste in onze huidige zorgorganisatie kan worden opgenomen.
Videoconsultatie bij patiënten met chronische lichamelijke aandoeningen…
In deze studie richtte het KCE zich specifiek op videoconsultatie - ook wel beeldbellen of beeldschermzorg genoemd - tussen zorgverleners en patiënten met een chronische lichamelijke aandoening (bv. opvolgen van de patiënt bij hartfalen, beroerte, nierfalen, diabetes, chronische bronchitis (COPD), astma, reuma). Het KCE onderzocht de wetenschappelijke, internationale literatuur en ging na hoe videoconsultaties in Nederland en Frankrijk worden georganiseerd en terugbetaald. Daarnaast bevroeg het Belgische en buitenlandse stakeholders.
…verdient verdere aanmoediging
Er blijkt al heel veel onderzoek te zijn gebeurd, maar toch is nog niet overtuigend aangetoond dat videoconsultaties even goed of beter zijn dan gewone consultaties. Aan de andere kant is er ook geen bewijs dat videoconsultaties een negatief effect hebben op de gezondheid van patiënten. Patienten blijken ook in het algemeen tevreden zijn met videoconsultaties.
Op basis hiervan, en op basis van de buitenlandse voorbeelden, zijn er wel voldoende aanwijzingen dat videoconsultaties voor chronische patiënten verder aangemoedigd kunnen worden. Daarom beveelt het KCE aan om een beleid te ontwikkelen voor (de terugbetaling van) videoconsultaties, en voor digitale zorg in het algemeen, en om dit stapsgewijs en weloverwogen in te voeren. Dit is ook in lijn met recente aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het stimuleringsbeleid van Frankrijk en Nederland.
Geïnformeerde toestemming van de patiënt onontbeerlijk
De beroeps- en patiëntenverenigingen zullen samen moeten bepalen wanneer videoconsultaties nuttig kunnen zijn en wanneer niet, en welke voorwaarden er vervuld moeten zijn. Eén van die voorwaarden is alleszins dat videoconsultaties alleen maar gebruikt kunnen worden na de geïnformeerde toestemming van de patiënt.
De techniek en de apparatuur moeten goed functioneren, gemakkelijk te bedienen zijn en inpasbaar in de gebruikelijke zorg. Daarnaast moeten zorgverleners en patiënten voldoende vaardigheden hebben (of aangeleerd krijgen) om ermee om te gaan. Mogelijk zullen sommige patiënten daarbij ondersteuning nodig hebben. Ook de criteria van goede praktijk die vandaag van toepassing zijn op face-to-face consultaties moeten worden vervuld, net als specifieke, nog te bepalen criteria voor digitale zorg.
Lijst met betrouwbare, gebruiksvriendelijke toepassingen nodig
Er is een overvloed aan toepassingen voor videoconsultaties en voor zorgverleners en patiënten is het niet eenvoudig om door de bomen nog het bos te zien. Ook dienen er garanties te zijn dat ze veilig en volgens alle wettelijke vereisten gebruikt kunnen worden. Daarom zou een onafhankelijke overheidsorganisatie alle toepassingen op een transparante wijze moeten beoordelen en een lijst publiceren. Op zijn minst moeten ze voldoen aan de privacywetgeving, integratie met het Belgische eHealth systeem toelaten en inpasbaar zijn in het persoonlijk gezondheidsportaal. Zo wordt voorkomen dat een patiënt of zorgverlener meerdere toepassingen moet gebruiken.
‘Never waste a good crisis’
Het is niet de bedoeling dat videoconsultaties alle gewone consultaties vervangen. In de gezondheidszorg blijven persoonlijk contact, lichamelijk onderzoek en face-to-face communicatie immers de fundamenten. Wel kunnen ze een nuttige aanvulling zijn.
De woorden van Churchill ‘Never waste a good crisis’ zijn ook vandaag van toepassing op de coronacrisis. Het coronavirus zorgt voor veel ellende, maar deed ook vele nieuwe opportuniteiten ontstaan. Digitale zorg en videoconsultaties zullen in de toekomst wellicht hopelijk volledig deel uitmaken van onze gezondheidszorg. Internationaal werd digitale zorg al lang gepromoot, maar bleef de implementatie moeizaam. Nu hebben we de opportuniteit om hier verder vorm aan te geven.
Recente artikels over gemetastaseerde en geavanceerde borstkankers
S. D'Oronzo, E. Silvestris, A. Paradiso, et al., Role of Bone Targeting Agents in the Prevention of Bone Metastases From Breast Cancer, in: International journal of molecular sciences, 24 april 2020, [EPub Ahead of Print],
N.U. Lin, V. Borges, C. Anders, R.K. Murthy, et al., Intracranial Efficacy and Survival With Tucatinib Plus Trastuzumab and Capecitabine for Previously Treated HER2-Positive Breast Cancer With Brain Metastases in the HER2CLIMB Trial, in: Journal of Clinical Oncology, 29 mei 2020. DOI: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/
A.B. Statler, W. Wei, A. Gupta, et al., Elucidating Determinants of Survival Disparities Among a Real-World Cohort of Metastatic Breast Cancer Patients: A National Cancer Database Analysis, in: Clinical Breast Cancer, 18 april 2020. [EPub Ahead of Print].
Ivica Ratosa, M. Orazem, et al., Cyclin-dependent kinase 4/6 inhibitors combined with radiation therapy for patients with metastatic breast cancer, in: Clinical Breast Cancer, 26 mei 2020, DOI: https://doi.org/10.1016/j.clbc.2020.05.013
J. G. Trogdon, C. D. Baggett, A. Cogate, et al., Medical costs associated with metastatic breast cancer in younger, midlife, and older women, in: Breast Cancer Research and Treatment, 2020, n. 181, blz. 653–665.
B. Cacho-Diaz, K. Salmeron-Moreno, et al., Identification of risk factors for central nervous system metastasis in patients with breast cancer with neurologic symptoms, in: Cancer, 26 mei 2020.DOI: https://doi.org/10.1002/cncr.32928
T. Iwamoto, T. Fujisawa, T. Shien, et al., The efficacy of sequential second-line endocrine therapies (ETs) in postmenopausal estrogen receptor-positive and HER2-negative metastatic breast cancer patients with lower sensitivity to initial Ets., in: Breast Cancer, 2020. https://doi.org/10.1007/s12282-020-01095-y
A. Koumarianou, P. Makrantonakis, F. Zagouri, et al., ABREAST: a prospective, real-world study on the effect of nab-paclitaxel treatment on clinical outcomes and quality of life of patients with metastatic breast cancer, in: Breast Cancer Research and Treatment, 2020, 182, blz. 85–96. https://doi.org/10.1007/s10549-020-05677-4
Omarini, C., Piacentini, F., Sperduti, I. et al. Combined endocrine approaches vs endocrine therapy alone as first line treatment in elderly patients with hormone receptor-positive, HER2 negative, advanced breast cancer: to prescribe for the patient or the physician? A meta-analysis of phase II and III randomized clinical trials, in: BMC Cancer, 2020, 20, blz. 418. https://doi.org/10.1186/s12885-020-06933-y
Koutras, A., Zagouri, F., Koliou, G. et al, Phase 2 study of cabazitaxel as second-line treatment in patients with HER2-negative metastatic breast cancer previously treated with taxanes—a Hellenic Cooperative Oncology Group (HeCOG) Trial, in: British Journal of Cancer, 2020. https://doi.org/10.1038/s41416-020-0909-4
Goetz M.P., M. Martin, et al., Health‐Related Quality of Life in MONARCH 3: Abemaciclib plus an Aromatase Inhibitor as Initial Therapy in HR +, HER2 − Advanced Breast Cancer, in: The Oncologist, juni 2020., https://doi.org/10.1634/theoncologist.2020-0084
B. O’Leary, R. Cutts, Xin Huang, et al., Circulating tumor DNA markers for early progression on fulvestrant with or without palbociclib in ER+ advanced breast cancer, in: Journal of the National Cancer Institute, 2020. https://doi.org/10.1093/jnci/djaa087
S. D'Oronzo, E. Silvestris, A. Paradiso, et al., Role of Bone Targeting Agents in the Prevention of Bone Metastases From Breast Cancer, in: International journal of molecular sciences, 24 april 2020, [EPub Ahead of Print],
N.U. Lin, V. Borges, C. Anders, R.K. Murthy, et al., Intracranial Efficacy and Survival With Tucatinib Plus Trastuzumab and Capecitabine for Previously Treated HER2-Positive Breast Cancer With Brain Metastases in the HER2CLIMB Trial, in: Journal of Clinical Oncology, 29 mei 2020. DOI: https://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/
A.B. Statler, W. Wei, A. Gupta, et al., Elucidating Determinants of Survival Disparities Among a Real-World Cohort of Metastatic Breast Cancer Patients: A National Cancer Database Analysis, in: Clinical Breast Cancer, 18 april 2020. [EPub Ahead of Print].
Ivica Ratosa, M. Orazem, et al., Cyclin-dependent kinase 4/6 inhibitors combined with radiation therapy for patients with metastatic breast cancer, in: Clinical Breast Cancer, 26 mei 2020, DOI: https://doi.org/10.1016/j.clbc.2020.05.013
J. G. Trogdon, C. D. Baggett, A. Cogate, et al., Medical costs associated with metastatic breast cancer in younger, midlife, and older women, in: Breast Cancer Research and Treatment, 2020, n. 181, blz. 653–665.
B. Cacho-Diaz, K. Salmeron-Moreno, et al., Identification of risk factors for central nervous system metastasis in patients with breast cancer with neurologic symptoms, in: Cancer, 26 mei 2020.DOI: https://doi.org/10.1002/cncr.32928
T. Iwamoto, T. Fujisawa, T. Shien, et al., The efficacy of sequential second-line endocrine therapies (ETs) in postmenopausal estrogen receptor-positive and HER2-negative metastatic breast cancer patients with lower sensitivity to initial Ets., in: Breast Cancer, 2020. https://doi.org/10.1007/s12282-020-01095-y
A. Koumarianou, P. Makrantonakis, F. Zagouri, et al., ABREAST: a prospective, real-world study on the effect of nab-paclitaxel treatment on clinical outcomes and quality of life of patients with metastatic breast cancer, in: Breast Cancer Research and Treatment, 2020, 182, blz. 85–96. https://doi.org/10.1007/s10549-020-05677-4
Omarini, C., Piacentini, F., Sperduti, I. et al. Combined endocrine approaches vs endocrine therapy alone as first line treatment in elderly patients with hormone receptor-positive, HER2 negative, advanced breast cancer: to prescribe for the patient or the physician? A meta-analysis of phase II and III randomized clinical trials, in: BMC Cancer, 2020, 20, blz. 418. https://doi.org/10.1186/s12885-020-06933-y
Koutras, A., Zagouri, F., Koliou, G. et al, Phase 2 study of cabazitaxel as second-line treatment in patients with HER2-negative metastatic breast cancer previously treated with taxanes—a Hellenic Cooperative Oncology Group (HeCOG) Trial, in: British Journal of Cancer, 2020. https://doi.org/10.1038/s41416-020-0909-4
Goetz M.P., M. Martin, et al., Health‐Related Quality of Life in MONARCH 3: Abemaciclib plus an Aromatase Inhibitor as Initial Therapy in HR +, HER2 − Advanced Breast Cancer, in: The Oncologist, juni 2020., https://doi.org/10.1634/theoncologist.2020-0084
B. O’Leary, R. Cutts, Xin Huang, et al., Circulating tumor DNA markers for early progression on fulvestrant with or without palbociclib in ER+ advanced breast cancer, in: Journal of the National Cancer Institute, 2020. https://doi.org/10.1093/jnci/djaa087
Een vergelijkend onderzoek tussen Oncotype en Mammaprint
Ibraheem A., Olufunmilayo, Denzngh Huo, et al., Propensity score analysis of the prognostic value of genomic assays for breast cancer in diverse populations using the National Cancer Data Base, in: Cancer, juni 2020. https://doi.org/10.1002/cncr.32956
Ibraheem A., Olufunmilayo, Denzngh Huo, et al., Propensity score analysis of the prognostic value of genomic assays for breast cancer in diverse populations using the National Cancer Data Base, in: Cancer, juni 2020. https://doi.org/10.1002/cncr.32956
Borstkanker en Covid-19
Vuagnat, P., Frelaut, M., Ramtohul, T., et al., COVID-19 in breast cancer patients: a cohort at the Institut Curie hospitals in the Paris area, in: Breast Cancer Research, 2020, 22, n. 55. https://doi.org/10.1186/s13058-020-01293-8
Magdalena Ciążyńska, Marta Pabianek, K. Szczepaniak, et al., Quality of life of cancer patients during coronavirus disease (COVID ‐19) pandemic, in: HealthDay, juni 2020.
https://doi.org/10.1002/pon.5434
Vuagnat, P., Frelaut, M., Ramtohul, T., et al., COVID-19 in breast cancer patients: a cohort at the Institut Curie hospitals in the Paris area, in: Breast Cancer Research, 2020, 22, n. 55. https://doi.org/10.1186/s13058-020-01293-8
Magdalena Ciążyńska, Marta Pabianek, K. Szczepaniak, et al., Quality of life of cancer patients during coronavirus disease (COVID ‐19) pandemic, in: HealthDay, juni 2020.
https://doi.org/10.1002/pon.5434
Triple negatieve borstkanker
T.G. Steenbruggen, E. van Werkhoven, M.S. van Ramshorst, et al., Adjuvant Chemotherapy in Small Node-Negative Triple-Negative Breast Cancer, in: European Journal of Cancer. (zal verschijnen op 1 augustus).
T.G. Steenbruggen, E. van Werkhoven, M.S. van Ramshorst, et al., Adjuvant Chemotherapy in Small Node-Negative Triple-Negative Breast Cancer, in: European Journal of Cancer. (zal verschijnen op 1 augustus).
mamazoneMAG
Het juninummer van het tijdschrift mamazoneMAG stak in onze bus. Het is het tijdschrift van de Duitse patiëntenvereniging “Frauen und Forschung gegen Brustkrebs”, de belangrijkste groep bij onze Oosterburen. Dit veelkleurige tijdschrift verschijnt op 10.000 exemplaren. Wie de vorige nummers van mamazoneMAG wenst te bekijken kan dit hier: https://www.mamazone.de/publikationen/mag/ausgabe-012019/
Het juninummer van het tijdschrift mamazoneMAG stak in onze bus. Het is het tijdschrift van de Duitse patiëntenvereniging “Frauen und Forschung gegen Brustkrebs”, de belangrijkste groep bij onze Oosterburen. Dit veelkleurige tijdschrift verschijnt op 10.000 exemplaren. Wie de vorige nummers van mamazoneMAG wenst te bekijken kan dit hier: https://www.mamazone.de/publikationen/mag/ausgabe-012019/