Borstkankerman
  • Home
  • Shop
    • Wine for party's
    • Music for fun
    • Wishes for empowering
  • Borstklinieken
  • Nieuws
    • Nieuwsbrieven
    • Boeken
    • statistieken
  • Links
  • Contact
  • Home
  • Shop
    • Wine for party's
    • Music for fun
    • Wishes for empowering
  • Borstklinieken
  • Nieuws
    • Nieuwsbrieven
    • Boeken
    • statistieken
  • Links
  • Contact

Nieuwsbrief November 2019

​2019 is bijna voorbij…  We wensen alle lezeressen en lezers prettige eindejaarsfeesten. Weer zal menige fles gekraakt worden. Maar denk er aan: alcohol is een risicofactor voor borstkankers en ook voor allerlei hartziekten.

 Nieuwe cijfers
Het Kankerregister heeft de cijfers voor het jaar 2017 gepubliceerd. In dat jaar kregen in ons land 10.627 vrouwen en 105 mannen de diagnose “borstkanker” te horen. De verhouding tussen beide seksen blijft ongeveer één op honderd. Hieronder de evolutie sinds 2000.
Foto

Persbericht van het Kenniscentrum (KCE)
KCE wil patiënten meer betrekken bij zijn onderzoek.
Sinds vijf tot tien jaar worden patiënten wereldwijd vaker betrokken bij wetenschappelijk onderzoek, dat de beleidsmakers moet adviseren bij beslissingen in gezondheidszorg. Toch gebeurt dit nog te vaak ‘omdat het moet’ en wordt er nog onvoldoende rekening gehouden met hun specifieke kennis als ervaringsdeskundige. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ging als eerste Belgische overheidsinstelling na hoe het patiënten zoveel mogelijk structureel en coherent kan betrekken bij zijn studies, en formuleerde hierover 18 standpunten. In een volgende fase zal het een Procesboek met concrete, praktische richtlijnen uitwerken. 
Patiënten betrekken bij onderzoek vraagt een bijzondere aanpak
Sinds vijf tot tien jaar worden patiënten wereldwijd vaker betrokken bij wetenschappelijk onderzoek, dat de beleidsmakers moet adviseren bij beslissingen in gezondheidszorg. In een aantal onderzoeksinstellingen zetelen patiënten ook in belangrijke adviescommissies of in de Raad van Bestuur, al hebben ze niet altijd stemrecht. Toch worden patiënten in onderzoeksprojecten vaak nog op dezelfde manier behandeld als andere stakeholders, die worden uitgenodigd vanwege hun expertise of professionele belangen. Niet zelden worden patiënten enkel betrokken ‘omdat het zo hoort’, en gebeurt er relatief weinig met hun advies.
Patiënten hebben nochtans een specifieke kennis, namelijk ervaringskennis. Zij kregen immers zelf te maken met de lichamelijke, financiële en emotionele impact van een aandoening. Zij verdienen daarom bijzondere aandacht, en hen betrekken bij onderzoek vereist dan ook een bijzondere aanpak.
Wereldwijd meer aandacht
Bewijs van de toenemende aandacht voor het onderwerp is dat het ‘European Patient’s Forum’ op 12-14 november in Brussel het allereerste grote Europese congres organiseert over het betrekken van patiënten bij beleidsvoorbereidend onderzoek. Het wordt georganiseerd vanuit de patiëntenorganisaties en doel is om een overzicht te geven van goede praktijken. Op die manier biedt patiëntbetrokkenheid een effectieve meerwaarde aan de maatschappij en de patiënten zelf.
Ervoor vindt van 6 tot 8 november de jaarlijkse bijeenkomst van de Patient and Citizen Involvement Group (PCIG) van het internationale netwerk voor HTA (HTAi) plaats.
Inzet van meer tijd en middelen is grote uitdaging
Ook het KCE ging als eerste Belgische overheidsinstelling na hoe het patiënten zoveel mogelijk structureel en coherent kan betrekken bij zijn studies. De onderzoekers bestudeerden de wetenschappelijk literatuur, en lazen standpunten van gelijkaardige buitenlandse agentschappen en filosofische papers. Ook interviewden ze verschillende Belgische experten in het domein. Vervolgens hielden ze een interne bevraging, uitgaande van de eigen cultuur, opvattingen en ervaringen.
Een van de grote uitdagingen is dat het betrekken van patiënten extra tijd en middelen vergt, o.a. om de patiënten te zoeken, uit te nodigen, te begeleiden en eventueel op te leiden, maar ook om de patiëntbetrokkenheid binnen de organisatie te coördineren, op te volgen en te evalueren. Ook de emotionele belasting voor de patiënten en de onderzoekers mag niet worden onderschat, want ze worden met andere patiënten of met de dagelijkse realiteit van een aandoening geconfronteerd.
Verder moet men, zoals bij andere stakeholders, alert zijn voor belangenconflicten. Bepaalde patiënten kunnen belang hebben bij een bepaalde uitkomst, of sterk beïnvloed worden door clinici of de farmaceutische industrie. Andere uitdagingen zijn nog gebrek aan motivatie en scepsis van onderzoekers of gebrek aan interesse van patiënten om deel te nemen.
KCE-cultuur positief tegenover betrokkenheid patiënten
Uit de interne bevraging bleek dat de KCE-medewerkers meer positieve dan negatieve argumenten hadden m.b.t. het betrekken van patiënten, en deze kwamen grotendeels overeen met de bevindingen uit de literatuur. Vooral het feit dat men hierdoor de meest belangrijke behoeften en hoogste prioriteiten van de patiënten leert kennen, werd gewaardeerd.
De grootste bezorgdheid was er over de impact op de beschikbare tijd en middelen. Verder werd benadrukt dat onderzoekers en patiënten bij de aanvang van het project duidelijk moeten communiceren over hun verwachtingen, zodat deze eventueel kunnen worden bijgesteld. Op die manier worden frustraties en teleurstellingen zoveel mogelijk vermeden. Hoewel er ook enige bezorgdheid was over mogelijke belangenconflicten en de wetenschappelijke geloofwaardigheid van het onderzoeksproject, lijkt de algemene KCE-cultuur gunstig voor het betrekken van patiënten bij onderzoek.
Concrete handleiding is volgende stap
Het KCE formuleerde 18 standpunten over hoe het patiënten zoveel mogelijk bij zijn studies wil betrekken, om de kwaliteit van het onderzoek naar aspecten die de patiënten aangaan, te verbeteren. De hoofdonderzoeker van de huidige studie zal ook spreken op het hogervermelde Europese congres van het European Patient’s Forum, en op de bijeenkomst van de Patient and Citizen Involvement Group (PCIG), die dit jaar plaatsvindt bij het KCE. In een volgende stap zal het een Procesboek met concrete, praktische richtlijnen opstellen.
 
Gudrun Briat, Verantwoordelijke communicatie KCE
Tel. : +32 (0)2 287 33 54
GSM : +32 (0)475 27.41.15
Email : press@kce.fgov.be

 Meer bijzonderheden zijn te vinden in het Engelstalige KCE Report 320A: Position of KCE on Patient Involvement in Health Care Policy Research, Brussel, 2019.


​Belangrijk bericht van het RIZIV
Terugbetaling genexpressieprofilering (GEP) bij vroegstadium borstkanker
De overeenkomst beoogt de terugbetaling van Gen Expressie Profilerings (GEP)-testen om de gevoeligheid voor chemotherapie te bepalen bij een specifieke doelgroep van vroegtijdige borstkankerpatiënten, waardoor onnodige chemotherapie vermeden kan worden. De verzekering voor geneeskundige verzorging betaald GEP-testen terug als ze in een erkende borstkliniek met een overeenkomst uitgevoerd worden.
We definiëren een GEP-test in het kader van deze overeenkomst als een moleculair biologische test voor het bepalen van het expressie-niveau van een welbepaald panel van genen in het tumorweefsel.

​Een extra criterium om een behandelstrategie bij borstkanker te kiezen
Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen en 20% van de overlijdens veroorzaakt door kanker, zijn het gevolg van borstkanker.
Klassiek gebruikt men in de risicobepaling voor de keuze van de behandelingsstrategie een aantal klinische en biologisch/pathologische criteria zoals o.a. de leeftijd van de patiënt, de grootte van de tumor, de kenmerken van de tumor na microscopisch onderzoek, de besmetting van lymfeklieren.  Hier komt nu een genetische profilering van de tumor bij.
De genetische handtekening van de tumor wordt in kaart gebracht.

De voordelen van GEP-testen
GEP-testen leveren belangrijke prognostische en therapeutische informatie. Zij kunnen aangeven of bepaalde patiënten baat hebben bij chemotherapie of niet. De plaats  van de beschikbare GEP’s in de klinische praktijk staat nog niet helemaal vast. Nochtans krijgen vele patiënten reeds de test, ook in ons land. Het KCE voerde een studie uit rond GEP’s in 2015 en actualiseerde deze studie in 2018  naar cost-efficiency van de MammaPrint® n.a.v. de publicatie van de MINDACT studie:
  • De moleculaire profileringstesten en hun bijdrage aan de beslissing tot behandeling met adjuvante chemotherapie bij korstkanker (studie KCE)
  • Welke rol kan de Mammaprint® spelen bij de beslissingen over adjuvante chemotherapie bij borstkanker in een vroeg stadium? (studie KCE)
Hier is nood aan registratie van patiënten gegevens, testresultaten en opvolging om het kader van de klinische bruikbaarheid beter af te lijnen en te uniformiseren. In de praktijk stellen we vast dat in België verschillende behandelprotocollen gehanteerd worden waardoor een eventuele kostenbesparing door minder chemotherapie moeilijk te berekenen is.
Bovendien krijgen patiënten met hoog klinisch risico vandaag in België niet allemaal preventief chemotherapie (35% volgens de KCE-studie). Momenteel kan niet vastgesteld worden waarop clinici zich baseren om patiënten met hoog klinisch risico al dan niet preventief met chemotherapie te behandelen. Het gebruik van GEP-testen kan er wel toe leiden dat chemotherapie gerichter kan worden toegediend aan patiënten die er werkelijk baat bij hebben en dat er een standaardisering op het terrein komt. Het kan dus de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van leven van bepaalde patiënten ten goede komen en de behandeling verder personaliseren.

Doelstellingen van de overeenkomst
Het project beoogt een tijdelijke tegemoetkoming van GEP-testen om een ongecontroleerde proliferatie van het gebruik, waarbij de patiënt betaalt, te voorkomen.
Door een registratie van een aantal gegevens wensen de deelnemende contractanten inzicht te bekomen in de keuze door het multidisciplinair oncologisch consult (MOC) team om tot een GEP-test over te gaan en zicht te krijgen op de impact ervan op de uiteindelijke behandelingsstrategie, bij gebruik in een routine setting.
Het beoogt een antwoord te bekomen op een aantal vragen, zoals:
  • Welke criteria hanteert het  MOC om adjuvante chemotherapie voor te stellen bij borstkanker?
  • Hoe zal in een routine-setting GEP-test gebruikt worden:
    • Welke klinische en/of andere criteria hanteert het MOC om een GEP-test voor te stellen?
    • Hoeveel patiënten gaan in op een voorstel voor GEP-test ?
    • Hoe snel kan een resultaat bekomen worden in een routine omgeving (turn-around-time)?
  • Hoe frequent verandert het GEP-test-resultaat de initiële keuze van het MOC om al dan niet een chemotherapie voor te stellen aan de patiënt?
  • Hoe beïnvloedt een GEP-test-resultaat de keuze van de patiënt om al dan niet chemotherapie te ondergaan en hoe vaak beslist de patiënt om af te wijken van het resultaat van de GEP-test?

Wie kan toetreden tot de overeenkomst en hoe?
Enkel de verplegingsinrichtingen die beschikken over een erkende borstkliniek zoals bedoeld in het Koninklijk besluit van 26 april 2007 kunnen deelnemen aan deze overeenkomst.
Als U voldoet aan dit toetredingscriterium, kan U de Overeenkomst vervolledigen, in tweevoud afdrukken, ondertekenen en deze documenten aangetekend versturen naar:
Dr Waltruda Van Doren
Medische Directie
Dienst Geneeskundige verzorging
RIZIV
Tervurenlaan 211
1150 Brussel
Lijst van de borstklinieken die reeds toegetreden zijn tot de overeenkomst GEP

Welke GEP-testen vergoedt de ziekteverzekering?
Het Verzekeringscomité bepaalt welke GEP-testen in aanmerking komen voor een vergoeding. De GEP-test, inclusief het interpretatie-algoritme en het laboratorium waar de test wordt uitgevoerd, dienen aan een aantal voorwaarden te voldoen die zijn beschreven in bijlage 1 van de Overeenkomst.
Sinds 1 juli 2019 is een additionele test toegevoegd aan de lijst van aanvaarde testen bij de Overeenkomst (de bijgewerkte bijlage 2).

Hoeveel GEP-testen worden er terugbetaald en aan welke vergoeding?
Twee vergoedingen worden voorzien:  een initiële GEP-vergoeding met een terugbetaling van 1500€ ; een verlaagde GEP-vergoeding van 350€.
Er zal enkel een terugbetaling zijn als er voor de uitgevoerde test een volledige registratie is via het Kankerregister. Rekening houdend met het beschikbare budget van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de opsplitsing van de GEP-verstrekking, kunnen er per jaar 1300 initiële  en 142 verlaagde GEP-vergoedingen voorzien worden. Dit brengt het totaal op 1442 vergoedbare testen.
Deze overeenkomst loopt van 1 juli 2019 tot 30 juni 2022.


​​​Gelezen op de website van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds   
Hebben dierlijke vetten invloed op het ontwikkelen van borstkanker? Nee, dierlijke vetten hebben geen invloed op het ontwikkelen van borstkanker. Maar het eten van veel vette producten kan leiden tot overgewicht. Overgewicht vergroot wél de kans op het krijgen van borstkanker bij vrouwen na de overgang.
Wat zijn dierlijke vetten?
Dierlijke vetten zijn alle vetten afkomstig uit dierlijke producten, zoals vlees, vleeswaren en worstsoorten, vis, melk, slagroom, yoghurt, kaas, boter en eieren. Ook producten zoals koek, gebak en kant-en-klaar gerechten kunnen veel dierlijke vetten bevatten.

Wat blijkt uit onderzoek
? 
Dierlijke vetten en oestrogeen
Oestrogeen is een vrouwelijk hormoon wat de groei van borstkanker kan stimuleren. Een langere blootstelling aan oestrogeen vergroot de kans op het krijgen van borstkanker. Dat betekent dat vrouwen die vroeg beginnen te menstrueren en laat in de overgang komen een grotere kans hebben op het krijgen van borstkanker. Oestrogeen wordt opgeslagen in vet. Vetweefsel produceert ook oestrogeen. Dit gebeurt zowel bij mensen als bij dieren. Hierdoor is de gedachte ontstaan dat het eten van dierlijke vetten zou zorgen voor extra oestrogeen in het lichaam.
Dierlijke vetten en borstkanker
Uit verschillende grote studies bij vrouwen is gebleken dat er geen relatie is tussen het eten van dierlijke vetten en het risico op borstkanker. Dit geldt zowel voor vrouwen voor en na de overgang. In deze studies is gekeken naar het verschil in het ontstaan van borstkanker tussen vrouwen die veel dierlijke vetten eten en vrouwen die weinig dierlijke vetten eten. Uit het grootste onderzoek ooit naar voeding, leefstijl en kanker van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds blijkt ook dat het eten van dierlijk vet de kans op het krijgen van borstkanker niet direct vergroot.
Vet en overgewicht 
Het eten van veel vette producten kan leiden tot overgewicht. Dat geldt voor zowel producten met veel plantaardige als met veel dierlijke vetten. Overgewicht is wél een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van borstkanker bij vrouwen na de overgang. Het onderzoeksrapport van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds over borstkanker uit 2018 beschrijft dat er beperkt bewijs is dat het eten van vet (totaal vet) voor diagnose van borstkanker de kans op overlijden vergroot. Ditzelfde geldt voor verzadigd vet.
Ons advies
Beperk het eten van vette producten. Hiermee verklein je de kans op kanker. Volg de richtlijnen om de kans op kanker te verkleinen. Denk ook aan je hart en bloedvaten, en kies voor producten die rijk zijn aan onverzadigd vet. Dit zijn producten met plantaardige vetten. Dierlijke vetten zijn rijk aan verzadigd vet.
Bronnen
Alexander, D. D., L. M. Morimoto, P. J. Mink and K. A. Lowe (2010). “Summary and meta-analysis of prospective studies of animal fat intake and breast cancer.” In: Nutrition research reviews 23(01): 169-179.- Khodarahmi, M. and L. Azadbakht (2014). “The Association Between Different Kinds of Fat Intake and Breast Cancer Risk in Women.” In: International journal of preventive medicine 5(1): 6. - World Cancer Research Fund/American Institute for Cancer Research (2018). Diet, Nutrition, Physical Activity and Cancer: a Global Perspective. Continuous Update Project Expert Report. Available at dietandcancerreport.org.
​

​​Nieuwe tijdschriftartikelen over triple negatieve borstkankers
J. H. Park et al., Prognostic value of tumor-infiltrating lymphocytes in patients with early-stage triple-negative breast cancers (TNBC) who did not receive adjuvant chemotherapy, in: Annals of Oncology, 30 sept. 2019.  https://doi.org/10.1093/annonc/mdz395   
A.R. Tan et al., Trilaciclib Plus Chemotherapy Versus Chemotherapy Alone in Patients With Metastatic Triple-Negative Breast Cancer: A Multicentre, Randomised, Open-Label, Phase 2 Trial, in: The Lancet Oncology, 27 sept. 2019, https://doi.org/10.1016/S1470-2045(19)30616-3

​​​Gelezen in Het Laatste Nieuws (5 november 2019)
Nieuwe bloedtest kan borstkanker 5 jaar voor eerste knobbel opsporen 
Britse onderzoekers hebben een bloedtest ontwikkeld die borstkanker in een vroeg stadium kan opsporen, tot wel 5 jaar voordat de eerste symptomen verschijnen. Hiermee kunnen duizenden levens worden gered, omdat de ziekte beter te behandelen is als deze vroeg wordt ontdekt.
Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen in België. Elke dag krijgen 29 vrouwen de diagnose en overlijden er 6 aan de ziekte. In totaal zijn er ongeveer 100.000 borstkankerpatiënten in België. Hoewel de overlevingskansen relatief hoog liggen bij dit type kanker - ongeveer 85% - geldt ook hierbij dat hoe vroeger de tumor ontdekt en behandeld wordt, hoe hoger de overlevingskans ligt. Nieuwe technieken, zoals deze bloedtest, moeten dit percentage nog verder verhogen.
Het onderzoek van de Universiteit van Nottingham is een eerste proef, maar als ook verdere onderzoeken deze resultaten steunen, kan deze techniek al binnen vier jaar worden gebruikt. De huidige manier om borstkanker op te sporen is doorgaans een mammografie. De röntgenfoto van de borst zou met deze nieuwe techniek worden vervangen. 
Deze nieuwe bloedtest biedt meerdere voordelen, zoals minder kosten. “Het is goedkoper en gemakkelijker te implementeren dan de huidige methodes, zoals mammografie”, zegt onderzoeker Daniyah Alfattani. 
Antistoffen
De bloedtest treft veranderingen in het immuunsysteem aan die worden veroorzaakt door borstkanker. Het lichaam maakt antistoffen aan tegen de kleine hoeveelheden chemische stoffen die door de kanker in het bloed worden vrijgelaten. Als deze antistoffen in het bloed worden gedetecteerd, kan al in een vroeg stadium de behandeling tegen borstkanker beginnen. 
De bevindingen werden gepresenteerd tijdens een bijeenkomst voor kankeronderzoek in Glasgow, Schotland. Er werden 180 vrouwen onderzocht. Een vervolgonderzoek met 800 mensen is momenteel bezig. Ook wordt gekeken of de bloedtest kan worden gebruik voor het opsporen andere vormen van kanker.
 
 De resultaten van het onderzoek werden voorgesteld op een congres in Glasgow op zondag 3 november 2019. Meer nieuws hierover in: https://www.sciencedaily.com/releases/2019/11/191103125418.htm
 
Het betrokken onderzoek gebeurde aan de University of Nottingham. Deze universiteit is zeer actief wat betreft wetenschappelijk onderzoek over borstkankers, zoals zeer duidelijk blijkt uit de talrijke persberichten die de wereld worden ingezonden over onze ziekte.    Zie: https://www.nottingham.ac.uk/search.aspx?page=41&q=breast+cancer

​​Uitleg over biosimilar geneesmiddelen
Het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA, vroeger in Londen maar ten gevolge van de Brexit nu in Amsterdam gevestigd) heeft een kort filmpje uitgebracht over biosimilar geneesmiddelen in het Nederlands. (3 minuten). Zie:
https://www.youtube.com/watch?v=9793RZPYCT8&list=PL7K5dNgKnawb3IQri7lIr5wbaWxP71jQJ&index=4
​

​Nieuwe tijdschriftartikelen over triple negatieve borstkankers
​Jasneet Singh, et al., Aggressive Subsets of Metastatic Triple Negative Breast Cancer, in: Clinical Breast Cancer, nov. 2019. Doi: https://doi.org/10.1016/j.clbc.2019.06.012P. Sharma, W.E., Barlow, et al., Validation of the DNA Damage Immune Response Signature in Patients With Triple-Negative Breast Cancer From the SWOG 9313c Trial, in: Journal of Clinical Oncology, 28 okt. 2019, DOI.10.1200/JCO.19.00693
​

​​BIG, de “Breast International Group”
BIG, de “Breast International Group”, is een in 1999 opgericht netwerk van borstcentra en borstspecialisten in meer dan 65 landen. De maatschappelijke zetel van BIG is in Brussel. Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag heeft BIG zopas een Engelstalige brochure uitgegeven met 24 bladzijden. De titel van de publicatie is “Hope en Progress. 20 years of breast cancer research”. Het geheel vormt een mooi overzicht van de vooruitgang die sinds 1999 werd verwezenlijkt. Dank zij deze medische vooruitgang sterven er vandaag minder patiënten aan borstkankers dan in 1999. Maar het aantal patiënten neemt nog steeds toe, o.m. door het feit dat we met zijn allen langer leven.
Enkele details vallen bij de lectuur van de brochure op. Zo lezen we voortdurend “women and men”. Mannelijke patiënten worden dus geregeld expliciet vermeld en dat was twintig jaar geleden niet het geval. Opvallend ook de bijdrage uitsluitend over borstkankers bij mannen, geschreven door de Portugese dame Fatima Cardoso. De titel is: “Getting male breast cancer on the research agenda”. Dat is nodig want voorlopig heeft BIG maar één clinical trial uitsluitend voor mannen. (BIG 2-07/EORTC 100-B5P/BCG). En ook andere onderzoeksorganisaties verrichten weinig klinische proeven over mannelijke patiënten.
De titel van een ander artikel schonk ons eveneens veel genoegen: “Breast Cancer: no longer a single disease, but many”. We pleiten al twee decennia om het woord borstkankers (in het meervoud dus) te gebruiken gewoon omdat er zovele verschillende vormen en types zijn. (zie bijv. ons boek Borstkanker met puntjes, 2002, blz. 67).
​

Gelezen in Het Laatste Nieuws   (18 november 2019)
2,8 miljard euro belastinggeld vloeit naar farmabedrijven, maar in ruil krijgen we geen goedkopere medicijnen
HLN ONDERZOEK | Één derde van onderzoek wordt gefinancierd door maatschappij                                                                 Jeroen Bossaert  
Nooit eerder ontvingen de farmaceutische bedrijven in ons land zoveel overheidssteun voor hun onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen als vandaag. In vijf jaar tijd is bijna 2,8 miljard euro belastinggeld naar de sector gevloeid. Een record.
​Eén derde van de factuur voor onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen wordt ondertussen met onze centen betaald. Ook dat is een record. Voor die vrijgevigheid krijgen we echter geen goedkopere pillen. Sterker nog, de farmasector geniet al 12 jaar lang van een fiscaal gunstregime dat te weinig extra investeringen uitgelokt heeft.


​Nieuwe Europese aanbevelingen:
 
De Europese Commissie (EC) heeft zopas nieuwe (en interessante) onderrichtingen over borstkankers gepubliceerd. Titel: “Nieuwe aanbevelingen voor borstkanker”. Zie:   https://healthcare-quality.jrc.ec.europa.eu    en
https://ec.europa.eu/jrc/en/news/new-european-recommendations-breast-cancer.

Nieuwe tijdschriftartikelen over gemetastaseerde borstkankers
 
Spencer Phillips Hey, et al., A Systematic Review and Meta-analysis of Bevacizumab in First-line Metastatic Breast Cancer: Lessons for the Research and Regulatory Enterprises, in: Journal of the National Cancer Institute, djz211,
Zie: https://doi.org/10.1093/jnci/djz211.
Yean Hee Park et al., Palbociclib plus exemestane with gonadotropin-releasing hormone agonist versus capecitabine in premenopausal women with hormone receptor-positive, HER2-negative metastatic breast cancer (KCSG-BR15-10): a multicentre, open-label, randomised, phase 2 trial, in: The Lancet Oncology.
Zie: https://doi.org/10.1016/S1470-2045(19)30565-0
John Smith et al., Phase 2 study of eribulin mesylate administered biweekly in patients with human epidermal growth factor receptor-2–negative metastatic breast cancer, in: Clinical Breast Cancer.
​Zie: DOI: https://doi.org/10.1016/j.clbc.2019.09.007
Sim, S.H., Park, I.H. et al., Randomised Phase 2 study of lapatinib and vinorelbine vs vinorelbine in patients with HER2+ metastatic breast cancer after lapatinib and trastuzumab treatment (KCSG BR11-16), in: British Journal of Cancer, november 2019, doi:10.1038/s41416-019-0618-z
​

​Gelezen in Het Laatste Nieuws   (19 november 2019)
Belgische ziekenhuizen zitten bijna door voorraad kankermedicijn:
patiënten dreigen honderden euro’s te moeten ophoesten
      Ingrid De Vos 
Door een stockbreuk zitten verschillende ziekenhuizen door hun voorraad paclitaxel, dat is een geneesmiddel dat wordt gebuikt voor de behandeling van vooral borstkankerpatiënten. In het buitenland is het medicijn wél te verkrijgen, maar daar is het tot vijf keer duurder. Nare bijwerking: de patiënt dreigt honderden euro’s te moeten ophoesten.
Oncoloog Philippe Vroman van de Borstkliniek van AZ West in Veurne signaleerde het probleem aan VTM NIEUWS. “We hebben hier nog net voldoende paclitaxel in voorraad om woensdag zes patiënten te behandelen. Maar dan is het middel op.”
“Geen alternatief”
Volgens de Vlaamse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (VZA) kampen verschillende ziekenhuizen met het acute tekort. “Het is vijf na twaalf”, zegt Thomas De Rijdt van de VZA. Ziekenhuizen zitten met de handen in het haar. Voor een groot deel van de patiënten is het immers geen optie om terug te grijpen naar een alternatief medicijn. “Dan moet je een geneesmiddel toedienen van de vorige generatie. Dat is niet zo effectief. Dit geneesmiddel remt kanker af en is een essentieel onderdeel van de therapie.”
Opmerkelijk is dat het middel, dat oorspronkelijk werd geïsoleerd uit de schors van taxus, wél in het buitenland te verkrijgen is. “Zo kreeg ik net een offerte binnen uit Nederland”, zegt Els Vandercruysse, hoofdapotheker in AZ West. “Daar betaal je echter 150 euro voor 30 mg, dat is vijf keer meer dan wat we normaal in België betalen. Als een patiënt 100 mg per week nodig heeft, kom je aan een meerkost van 600 euro per week. Zonder tussenkomst van hogerhand zal de patiënt voor die meerkost moeten opdraaien. Als dit geneesmiddel in België is aangekocht, wordt de factuur volledig betaald door het Riziv, maar als het ziekenhuis het medicijn in het buitenland haalt, betaalt het Riziv niet.”
“Geen slechte wil”
De betrokken firma’s, Fresenius Kabi, Accord Healthcare, Hospira, Teva, Mylan en Aurobindo, brachten het federaal geneesmiddelenagentschap FAGG op de hoogte van de dreigende stockbreuk. FAGG-woordvoerster Ann Eeckhout benadrukt dat er geen sprake is van slechte wil van de pharma-industrie.
“Eén fabrikant, Hospira, heeft op 18 november een derogatie aangevraagd, opdat leveringen bestemd voor andere landen naar België mogen worden gestuurd.” Binnen een derogatie zijn de prijs en terugbetaling identiek als die van het geneesmiddel dat origineel voorzien is voor de Belgische markt. “Alleen moeten de verpakkingen dan worden aangepast, en voorzien van onze landstalen. Dat vraagt op zijn minst nog twee weken tijd”, aldus nog Eeckhout.
Bij een positief advies (binnen de vijf werkdagen) zouden de ingevoerde verpakkingen dus beschikbaar moeten zijn voor de Belgische patiënten tegen midden december 2019 (een maand na goedkeuring van de derogatie).
Dat is veel te lang, stelt Sylvie Rottey van het UZ Gent. “Tegen dan zullen in alle ziekenhuizen tientallen patiënten in de onzekerheid verkeren over wie de factuur voor hun behandeling zal betalen. Ook bij ons, eind deze week zitten we al door onze voorraad”, aldus Rottey. Patiënten kunnen nog wel een tussenkomst aanvragen bij het bijzonder solidariteitsfonds, maar deze commissie binnen het Riziv beoordeelt geval per geval, en vaak wordt ook niet de hele factuur terugbetaald.
“Laat dit een les zijn, Maggie”
​
Vanuit de Belgian Society of Medical Oncology vragen de kankerspecialisten een tussenkomst van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld). Sylvie Rottey: “Zij moet een uitzondering voorzien zodat ziekenhuisapothekers in geval van een stockbreuk een bestelling kunnen doen in het buitenland, mét terugbetaling van het RIZIV. Ik hoop dat dit een les is, en dat de overheid proactiever gaat optreden. Er dienen zich immers nog meer tekorten aan voor nog andere kankermedicijnen. Dat is een gevolg van de druk om de prijs van geneesmiddelen te verlagen: minder bedrijven brengen een bepaald medicijn op de markt, waardoor een productieprobleem bij één fabrikant zich meteen laat voelen op de hele markt.”
Minister De Block wenste vanavond niet te reageren op het nieuws. Ze zal morgen een stand van zaken opmaken met het FAGG, en zoeken naar een gepaste oplossing in belang van patiënten. “De patiënt staat centraal en mag nooit opdraaien voor de meerkost”, benadrukt De Block.
 
En het antwoord van minister De Block (Het Laatste Nieuws, 21 november 2019
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block zal een stand van zaken opmaken over de problemen rond het medicijn paclitaxel, een geneesmiddel dat wordt gebuikt voor de behandeling van vooral borstkankerpatiënten.
Het medicijn is niet meer beschikbaar in ons land waardoor honderden patiënten in de problemen dreigen te komen. De Block zoekt een oplossing, zegt ze.        
En het antwoord van de farmaceutische industrie
De vereniging voor producenten van generische medicijnen meldt intussen dat er in heel Europa een voorraadprobleem is. Er is te weinig grondstof van de Taxus-planten beschikbaar.

Aanbevolen: aanvullend MRI-onderzoek voor vrouwen met dense borsten
Een onderzoek op meer dan 40.000 vrouwen toont aan dat een aanvullend MRI-onderzoek wenselijk is bij vrouwen met dense (= dichte, compact borstweefsel) borsten. M. F. Bakker, S. De Langhe, et al.,Supplemental MRI Screening for Women with Extremely Dense Breast Tissue, in: New England Journal of Medicine, november 2019, n. 381, blz. 2091-2102.    DOI: 10.1056/NEJMoa1903986
Proudly powered by Weebly